Op naar de Top!

denk groot begin klein

We verwachten van onze leerlingen dat ze effectieve studietechnieken inzetten en zelfregulerend leren (zrl), maar iedere docent weet dat in verreweg de meeste gevallen hiervan geen sprake is. De utopische leerling bestaat niet. De praktijk van een 3-VMBO, 4-HAVO en ook van een 6-VWO is weerbarstiger. Docenten zien het gebruik van passieve leerstrategieën die gericht zijn op een korte termijneffect en leerlingen die zich onvoldoende bewust zijn van waar ze staan in hun leerproces. Leerlingen in onze klas doen nu eenmaal niet altijd wat wij van ze verlangen.

Er verschijnen de laatste jaren veel interessante publicaties over zrl. Zrl heeft tot doel om van leerlingen actieve deelnemers te maken van het leerproces. Wat als een paal boven water staat in alle onderzoeken, is dat er een positieve relatie is tussen zrl en de leerprestaties. En in het verlengde hiervan heeft dit impact op de leermotivatie en het zelfvertrouwen. Welke docent wil dit nu niet?

Ook ik ben overtuigd van het belang van zrl, maar hoe kan je de kennis uit deze overweldigende onderzoeken optimaal benutten voor je leerlingen? Zrl is complex: het vereist verschillende vaardigheden en is altijd context gebonden.

Hoe maak je nu als mentor én als vakdocent een praktische vertaalslag van al deze inzichten naar je eigen onderwijsomgeving? Met die vraag ging ik aan de slag, want als leraar heb ik wel de verantwoordelijkheid om de zelfregulatie van mijn leerlingen te activeren en te ontwikkelen. Helaas zijn er nog weinig instrumenten beschikbaar om docenten hierbij te ondersteunen.

Mentorgestuurde activiteit: visuele tool zrl

De afgelopen maanden heb ik gebouwd aan een visuele tool voor zrl, zodat leerlingen en docenten meer grip krijgen op het leerproces van de leerlingen. Bewustwording van waar ze staan in het leerproces en reflectie hierop staan hierbij centraal. Deze tool pretendeert niet volledig te zijn, maar is bedoeld voor mentoren als hulpmiddel om leerlingen te ondersteunen op weg naar zelfstandigheid. Het is het resultaat van een kruisbestuiving tussen wetenschap en jarenlange handelingskennis vanuit de praktijk. Verrassend is hoe eerlijk deze vorm van self-assessment wordt ingevuld, vooral als duidelijk is dat deze bedoeld is om te begeleiden en niet om te beoordelen. De visuele tool is als volgt opgebouwd:

Onderdeel 1

De leerling beantwoordt 70 stellingen die evenredig verdeeld zijn over 10 categorieën. Al deze 10 componenten maken deel uit van het leerproces. Ze vallen uiteen in 3 fasen: 1-2 à voorbereiding, 3-7 à uitvoering en 9-10 à evaluatie. Dit is het cyclische model van Barry J. Zimmerman, een van de meest gebruikte modellen bij zelfregulatie. Per stelling geeft een leerling aan of deze altijd, soms of nooit van toepassing is op hem/haar.

1 Planning & organisatie

2 Taakanalyse

3 Motivatie

4 Effectiviteit tijdens de les

5 Studieaanpak

6 Doorzettingsvermogen

7 Leerstrategieën

8 Focus

9 Na het leren, voor een toets

10 Na een (toets)resultaat

Na deze eerste reflectiefase verschijnt de spin. Hoe meer ringen gekleurd zijn, hoe sterker dit onderdeel. Leerlingen zien in één oogopslag waar hun sterke punten en hun aandachtspunten liggen. Als mentor zie je óf en in welke categorie een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Is mijn leerling in dit onderdeel beginner, groeiend of gevorderd?

Onderdeel 2

In dit onderdeel krijgt een leerling per categorie 4 verbeterpunten te zien die direct aansluiten op de eerder ingevulde stellingen. De leerling geeft aan of hij/zij dit verbeterpunt al wel of niet doet. Als mentor haal je hier belangrijke informatie uit. Bij ieder verbeterpunt staat een korte uitleg waarom dit volgens empirisch onderzoek effectief zou zijn.

Onderdeel 3

In dit laatste onderdeel formuleert een leerling zelf wat al goed gaat, wat er verbeterd kan worden en welk actiepunt hij/zij dan kan inzetten. In de vragenlijst zijn de volgende strategieën opgenomen die allemaal een actieve rol spelen om het leerproces aan en bij te sturen:

Cognitieve strategieën: dit zijn leerstrategieën om je kennis vorm te geven en te structureren.

Metacognitieve strategieën: dit zijn de managers van het denkproces die de keuze van de cognitieve strategieën beïnvloeden.

Motivationele strategieën: zij zijn de motor om tot zrl te komen.

Gedragsstrategieën: dit zijn handelingen die sturen op gedrag.

Na dit invulproces komt de mentor in beeld, die met de leerling bespreekt waar hij/zij staat (inzicht), of er ergens een probleem is en wat kan bijdragen tot verbetering. Om een mentor handvatten te geven om de zelfregulatie van de leerlingen te activeren en te ontwikkelen zijn er hulpmaterialen beschikbaar.

Deze dialoog tussen leerling en docent is het voertuig van de vorming. Het is de crux van goed onderwijs. Heeft deze dialoog de vorm van een gezamenlijke intellectuele onderneming, waarin iets van de leerling gevraagd wordt en waar kansen geboden worden, dan zal het de leerlingen helpen op weg naar zelfstandigheid.

Begin klein en bespreek 1 of 2 actiepunten. Leg deze afspraken schriftelijk vast, want mondelinge afspraken hebben minder impact.


Voorbeeld: Mentoractiviteit van een actiepunt

Herleest een leerling de lesstof steeds, vraag dan om

het boek na iedere paragraaf te sluiten en de lesstof

in eigen woorden na te vertellen.

Bouw een ineffectieve gewoonte samen langzaam om

door er een effectieve leerstrategie doorheen te vlechten.


Vakdocentgestuurde activiteit: expliciete instructie van zrl

In het onderwijs wordt te weinig aandacht besteed aan het expliciet aanleren van strategieën voor zrl. De focus ligt vooral op de vakinhoud (’’wat’’). De vraag met welke strategie (’’hoe’’) je deze vakinhoud het beste kunt leren, ontbreekt vaak of is impliciet. Pas als de ’’wat’’ expliciet gekoppeld wordt aan de ’’hoe’’, zal de lesstof duurzaam verankerd worden in het langetermijngeheugen. Juist deze ’’hoe’’ is belangrijk. De ’’hoe’’ is namelijk afhankelijk van welk vak je doceert. Bij procedurele kennis zet je een andere strategie in dan bij feitenkennis. Dus moet je als vakdocent laten zien wat een strategie inhoudt en hoe je deze gebruikt. Pas als leerlingen zien wat het voordeel is van een strategie, zullen zij deze zelfstandig inzetten. Leerlingen kiezen uit zichzelf niet altijd de juiste methode. Ze leren vooral door te observeren en te imiteren. Expliciete strategie-instructie helpt dus om het repertoire van leerlingen van zrl uit te breiden. De sleutelwoorden hiervoor zijn: duidelijkheid, voordoen en routine. Met een kleine, praktische interventie kan de leerwinst aanzienlijk vergroot worden.


Voorbeeld Vakdocentactiviteit van een actiepunt: www&h-regel

Wat houdt deze strategie in?

Vandaag gaan we werken met een braindump. Dit is een vorm van oefentoetsing. Letterlijk betekent het je hersenen leegmaken.

Wanneer gebruik ik deze strategie?

Een braindump gebruik je tijdens het leren om kennis op te halen uit het langetermijngeheugen en terug te brengen naar het werkgeheugen. Je gebruikt het vooral in aanloop naar een toets. Het is handig bij literatuur, (kunst)geschiedenis, aardrijkskunde, biologie…Als je dit regelmatig doet, maak je je kennis steviger in je geheugen.

Waarom gebruik ik deze strategie en niet een andere?

Deze strategie is geschikt om te achterhalen of je de lesstof nog beheerst. Je weet dan voor een toets of je de lesstof kunt verwoorden. Wat je nog niet weet, kun je nog op tijd bijleren.

Hoe gebruik ik deze strategie?

Je neemt een leeg blad papier en noteert wat er als eerste bij je opkomt bij een vraag zoals bijvoorbeeld: ’’Wat weet je van de Koude Oorlog?’’ Daarna doe je je boek open of vergelijk je jouw antwoord met dat van een klasgenoot. Je vult de ontbrekende kennis aan. Als je deze werkvorm vaak inzet, maak je de kennisschema’s in je geheugen steeds sterker en gaat het leren iedere keer gemakkelijker.


Samenvattend

’’Zelfregulerend leren gaat niet vanzelf: maar hoe dan wel?” (Sins 2023). Zrl is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerling en docent, maar een leerling moet wel willen. Begin dus klein als mentor en als vakdocent, zodat er succeservaringen zijn en we halverwege de leerling niet verliezen.

De leraar Socrates zei het al tegen zijn leerling:

Zonder jouw inzet, jouw aandacht, jouw bereidwilligheid, kan ik niets voor je doen. Als jij je niet inzet, stranden wij samen.’

Meer weten over de tool zrl voor VO of de tool zrl voor MBO/HBO/WO?

www.ondt.nu

info@ondt.nu

liesbeth.breek@gmail.com

Literatuur

Barr, S. (2024) Educate to selfregulate. Melbourne: Amba Press

Peeters, J. (2022) Zelfregulerend leren. Hoe? Zo! Leuven: Lannoo.

Sins, P. (2023) Zelfregulerend leren gaat niet vanzelf maar hoe dan wel? Rotterdam: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij

Veenman, M.V.J. (2013). Training metacognitive skills in students with availability and production deficiencies. In: H. Bembenutty, T. Cleary, & A. Kitsantas (Eds.), Applications of Self-Regulated Learning across Diverse Disciplines. (p. 299-324). Carlotte, NC: Information Age Publishing.

Zimmerman, B. J., & Moylan, A. R. (2009). Self-regulation: Where metacognition and motivation intersect. In D. J. Hacker, J. Dunlosky, & A. C. Graesser (Eds.), Handbook of metacognition in education (pp. 299–315). Routledge/Taylor & Francis Group